preek 11 januari 2015 (HA) Marcus 1: 1-13, 'na Parijs'

Preek cartoonist en evangelist
Ds. Harmen Jansen 11 januari 2015

I. Wat is de overeenkomst tussen een cartoonist en een evangelist uit de Bijbel?
In elk geval dat de pen hun wapen is en dat ze niet bang zijn om het te hanteren.
De personen die woensdag zo gruwelijk om het leven zijn gebracht vormden de redactie en tekenaars van een blad dat cartoons maakte. Het blad had echt niet alleen Mohammed op de korrel genomen om het geweld en de onverdraagzaamheid van sommige islamitische groeperingen aan de kaak te stellen. Ook anderen kregen een beurt, de vorige paus, de Franse president, Israëli's die zich niet verzoenen met Palestijnen en omgekeerd.
Je zag er mensen mee zwaaien. Er werden nieuwe cartoons aan gewijd. Aan de pen. Spot, ironie, grappen maken, het hoort helemaal bij onze westerse samenleving. Cartoonisten en cabaretiers zijn de hofnarren van de samenleving, zoals vroeger de jokers aan Koninklijke hoven jokes mochten maken over de heren, jokken mochten.
Ze zetten aan het denken, geven tegengas, zetten vraagtekens, geven ook verrassende ideeën, zoals die cartoon waarin een joodse Israeli de rolstoel duwt van een oude Palestijn, Intouchables stond er bij. De titel van de film met een rijke blanke die zich liet helpen door een donkere allochtoon en vrienden werd.

Vandaag staat bladzijde 1 van de evangelist Marcus op het rooster.
Wat is dat voor boek dat deze man ergens tegen het jaar 70 na Christus gaat zitten te schrijven? Voor het eerst. Waarschijnlijk ergens in het noorden van Palestina, het gebied waar zich het grootste gedeelte van zijn verhaal ook afspeelt.
Hij vindt iets nieuws uit. Een compleet verhaal over Jezus. Evangelie noemt hij het.
Een soort stripverhaal in woorden. Zorgvuldig plaatst hij de tekstwolkjes, rijgt de verschillende scènes aaneen. Nee, met de hoofdpersoon drijft hij allerminst de spot.
Maar het is wel pennenwerk met een kritische boodschap. Subversief, verzetsliteratuur.
In spannende tijden.

Het is oorlog. Palestina tegen het jaar 70 is een soort Syrie. Oorlog tegen de Romeinen en oorlog tegen elkaar van verschillende verzetsgroepen. Onlangs heeft de joodse rebellenleider Menachem, een soort Joodse IS leider zeg maar, met aanhangers in het hele land een Koninklijke intocht in Jeruzalem voor zichzelf gehouden om daar een schrikbewind te installeren.
Je moet maar durven om het plaatje ervan te vervangen door dat van Jezus op een ezel, de Jezusfiguur te zetten die veertig jaar geleden gekruisigd is. Bepaald niet eerbiedig t.o.v. de joodse bendeleider.
Parodie of persiflage noemen ze zoiets. Iets nadoen op een andere manier. Zoals moderne film vervolgens het evangelie soms weer parodiëren, met een zwarte man in de rol van God of een komiek in de rol van Jezus, we moeten ertegen kunnen... .

Eigenlijk is de titel van het geheel ook al spot. Evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. Evangelie, dat is een term die normaliter de troonsbestijging van een nieuwe machthebber aankondigt. Goed nieuws. Blijde boodschap? Dacht het niet. Marcus kaapt dat woord en gebruikt het om het over iets heel anders te hebben.

Maar cartoonisten en cabaretiers zijn toch meestal seculier en soms fel antigodsdienstig terwijl een evangelist religieus is? (En bezorgen zij onze samenleving dan niet de ellende van dit barbaarse geweld? ) Maar toch houdt ook hier de overeenkomst nog niet op.
Marcus is ook vol scherpe kritiek op allerlei religie. Hij rammelt ook aan heilige huisjes en heilige tradities. Hij gelooft heel veel niet. Hij gelooft er niks van dat nu het einde der tijden aanbreekt. Dat nu met een opstand tegen de Romeinen het koninkrijk van David zal worden hersteld. Dat het met geweld zou kunnen. Als hij het over de wederkomst van de Messias zal hebben zal hij onderstrepen dat dat wel eens heel ver weg kan zijn. Niet nu in elk geval dus. En hij gaat op gevoelige religieuze tenen staan. Elia komt weer in Jeruzalem, staat er toch op de laatste bladzijde van de profeten? Dacht het niet.
Hij is al lang gekomen. In de woestijn.
En hij knipt en plakt wat met teksten om er een nieuwe introsound van te maken vlak voordat het doek optrekt.
Een geheimzinnige tekst over een bode die de weg wijst. Maar dan in de woestijn.
Heel driedubbelzinnig. Want is die bode dan Johannes de Doper die Jezus aanwijst als de sterkre, of is die bode Jezus zelf die de weg gaat wijzen, als vroeger de engel die de Hebreeuwse slaven de weg wijst naar het beloofde land? Of is de bode misschien wel de evangelist zelf die met zijn verhaal de kennis van de weg opfrist.
En wat is dan die weg?
De weg van Jezus dus.
Hij verschijnt zonder enige stamboon, geen voorname komaf van koning David of zo. Een Jezus zonder franje, titel. Bij de man die in zijn blootje of misschien met zijn tuniek aan, opduikt van een wasbeurt in de Jordaan tekent hij een duif en een tekstwolkje met een zin uit psalm 2, de kerstpsalm zeg maar, de spotspsalm, over God in de hemel die de machtigen van de aarde uitlacht met hun machtsvertoon, de farao's, keizers, prelaten, koningen en rebellen.
Wie is er nu eigenlijk een godenzoon?

II. Een gebaande weg.
Afgelopen woensdagmiddag, die dag van de twaalf moorden in Parijs zaten we in alle rust s middags in een groepje te bespreken wat het betekent dat je je werk bent kwijtgeraakt.
Ik had net het tv-programma terug gekeken over het Zeeuwse dorp dat op een dag in de miljoenenregen van de postcodeloterij was gevallen. Een gigantische oudejaarskanjer.
En we spraken over het belang van geld. Eigenlijk maar raar die enorme drukte om met z'n allen, soms vijftig tot honderd euro per maand in een pot te gooien die meestal ergens anders valt. Vroeger geloofden we in de voorzienigheid, nu regelen we een rad van voorzienigheid dat dan hier dan daar geluk zou brengen.
Geluk? Vooral veel onrust. Onrust en gedoe om het goed te besteden en niet raar te gaan doen, je dorp niet te ontwrichten, je vrienden niet kwijt te raken. En gezondheid, liefde, koop je er niet mee, terwijl zij toch de hoofdprijs in het leven zijn, zei iemand in de reportage.
En hoe belangrijk zijn dan de zekerheden van een baan met inkomen?
Het wordt zoveel rustiger als je met minder moet rondkomen, zei een van de deelnemers aan het werkcafé. En met een auto in plaats van twee heb je ook minder last van onrust in je hoofd over de vraag waar je vandaag eens heen zal rijden, als die ene auto met de partner er al vandoor is die nog wel werk heeft. En je haalt je gevoel van eigenwaarde en respect toch niet alleen uit het maatschappelijk prestige van een baan? Er zijn zoveel andere dingen, je gezin, andere dingen die je mag doen, waar je een gevoel van waarde en zin aan mag ontlenen.
Ik kan me vergissen maar kan het zijn dat er dan even iets oplicht van precies die Weg?
De weg waar Marcus een boek over begon te schrijven.
'De weg voor onze God', de weg waarlangs wij tot een gezegend mens-zijn komen.

Ik moet denken aan de nieuw soort verf die slimme jongens hebben uitgevonden, een energiezuinige oplossing waarbij geen straatlantaarns meer nodig zijn. Waar je rijd en fietst licht er dan steeds een stuk voor je uit een streep op in het donker.
God geeft zijn licht meestal ook niet met grote plassen tegelijk. Maar als je goed kijkt zie je hem soms juist in tegenslagen toch best wel oplichten, de weg die begaanbaar is. Echt niet helemaal tot het eind, maar voldoende om vooruit te kunnen.
Een gebaande weg.

III. En deze week is hij alleen maar belangrijker geworden.
De weg - zoals hij door Jezus gebaand is, vanaf dat moment dat hij hem betrad, eraan begon, erop stapte, het water uit. En de noodzaak van kennis van die weg.
Het is keihard gebleken hoe doodlopend de weg is van een godsdienst van haat en terreur.
Weg ermee. Die kan niet onder de vrijheid van meningsuiting of vrijheid van godsdienst vallen. Dan moet een overheid ingrijpen.
Maar het antwoord is niet om nu dan een scherpe scheidslijn te gaan trekken tussen christendom en islam, christenen en moslims, of nog erger – wat sommigen deze dagen dan ook direct weer gaan doen, tussen godsdienst en leven zonder geloof, en het laatste zou dan het beste maar zijn voor iedereen. De scheidslijn loopt dwars door alle godsdiensten, door moskeeën kerken en synagoges en het deel van de samenleving dat zich niet godsdienstig noemt. De scheidslijn tussen wél de weg van samenleven in vrede en vrijheid willen en die weg gewoon niet willen.
Een heel veel moslims willen net zo goed als veel christenen, joden en veel anderen die zich niet kunnen verbinden aan een geloof. Moslims bijvoorbeeld die van harte onderstrepen: in godsdienst is geen geweld, geloof kan niet worden afgedwongen, maar alleen in vrijheid worden gekozen

De weg licht op.
Want hij is gebaand.
En mensen die hem gaan getuigen daarmee van de weg.
Maken hem voor anderen op hun beurt herkenbaar.
En daarmee de Naam van God, Hasjem, Allah de barmhartige, weer herkenbaar als de naam voor barmhartigheid, respect, vrede, vriendschap die je dagen verlicht en ook de nachten
En ik denk ook voor begrip voor ontwortelde mensen, in een moeilijke hoek van het leven en de samenleving terecht gekomen.

Iemand is hem helemaal gegaan. Weet hij waar hij aan begint, als hij de Jordaan in stapt of er vervolgens uit met een nat pak?
Hij begint bij zichzelf. Met zichzelf te water te laten, onder water.
Met zichzelf te laten dopen in Heilige Geest, een vuur, een passie, maar niet gevaarlijk voor anderen. Met allereerst in zichzelf het gevecht met satan, met neigingen in vlees en bloed en stemmen van buiten.

En hij is ervan gaan uitdelen. We mogen nog steeds delen in zijn vuur, zijn passie voor het geluk van kleine mensen, zijn moed, zijn vertrouwen, zijn trouw aan de Stem die eenmaal is gaan spreken, zijn geloof, tegen dreiging, ondanks tegenspraak en druk, zijn vreugde en geluk.
Het zit gewoon in het brood en in de beker. Laten we ervan eten en drinken.
Laten we de angst van elkaar en anderen niet voeden, maar liever geloof en vertrouwen, begrip en liefde.
Gezegend is Hij die gekomen is in de Naam van de Heer.