Johannes Ronda

In memoriam Johannes Ronda
(*31 mei 1933 - † 25 augustus 2015

J_Ronda.JPG

 

Een jaar geleden werd duidelijk dat Johannes ziek was en niet meer beter zou worden. En vanaf december dacht hij dat het heel snel afgelopen zou zijn. Tot het einde toe had hij zijn vrouw Grietje aan zijn zijde. In de dienst lazen we: "Wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden" (I Joh.3,18). Johannes Ronda was iemand bij wie woord en daad samenvielen: je wist wat je aan hem had.

Terugkijkend zie ik twee grote thema's in z'n leven: liefde en geloof. De liefde gold in de eerste plaats z'n familie, z'n vrouw, z'n kinderen en kleinkinderen: hij was een echt familiemens. Johannes was een man van harmonie – conflicten verafschuwde hij, en hij deed er alles aan om ze op te lossen. Z'n liefde gold ook de natuur: de boerderij, de dieren, het onderhoud van de tuin. Ook was hij altijd maatschappelijk zeer actief.

Wat het geloof betreft was hij onvervalst orthodox. Hij had, zeker vroeger, starre opvattingen over kerk, geloof en zondagsrust, wat wel en niet hoorde, wel en niet mocht. Maar de werkelijkheid was sterker dan z'n opvattingen: de liefde won het, en dan kon hij toch z'n mening bijstellen.

En altijd was hij bereid om je te helpen, met raad en daad – hij was er voor jou. En daar raakt zijn leven aan het lied van Claudia de Breij dat we ook hoorden tijdens de uitvaartdienst: "Mag ik dan bij jou?" Z'n dochter Lyanne had hem de tekst voorgelezen, en hij vond het prachtig.

Mag ik dan bij jou?
schuilen als ik het moeilijk heb
als het nergens anders kan
als de avond valt
als ik moet huilen,
mag ik dan bij jou?

Iederen kon altijd bij hem terecht: hij was er, vooral voor z'n kinderen. Bij hem kon je schuilen. En daarmee leek Johannes Ronda op de God van de Bijbel, wiens naam ook is: Ik-zal-er-zijn-voor jou. Overal waar mensen er voor elkaar zijn, wordt iets zichtbaar van die verre onzichtbare God.

We mogen geloven dat hij nu zijn rust gevonden heeft, en dat hij is opgenomen in het eeuwig licht. Mogen Grietje en de (klein) kinderen troost vinden in de mooie herinneringen, en in het geloof waarin hij hen is voorgegaan.

Ds. Ignace Frénay