Loslaten

Mensen die daar als het ware tijdens hun leven al hun 'beroep' van maken, zijn monniken. Zij treden in in een klooster, en doen afstand van wereldse zaken om zich helemaal te richten op God. In West-Europa zijn in veertig, vijftig jaar veel kloosters leeggelopen, maar voor zover ze nog bestaan, trekken ze een enorme hoeveelheid gasten. Mensen die even tot rust willen komen, even de dagelijkse sores willen vergeten, en zich richten op wat wezenlijk is. Ook in onze gemeente gaat sinds jaar en dag een groep belangstellenden een weekend naar een klooster.

Toch zijn er nog steeds mensen die intreden. Op 6 oktober stond in Trouw een interview met een jonge vrouw van 26 jaar, Julia, die voor de rest van haar leven gaat kiezen voor het kloosterleven, en dan nog wel de strenge variant, waarbij het gemeenschapsleven tot een minimum beperkt is. De film 'Into great silence' (2006) gaat over een dergelijk leven; hij speelt zich af in La Grande Chartreuse, een kartuizer klooster in de Alpen. Ja, hij gaat niet alleen over een klooster: als je het geduld kunt opbrengen deze film (van bijna drie uur) uit te zitten, wordt je als het ware zelf opgenomen in het kloosterleven, en kun je voelen wat het is om zo'n leven te leiden. Een van de dingen waar je doorheen moet is de saaiheid en eentonigheid van het bestaan. In onze drukke wereld is saaiheid, verveling en eentonigheid een vloek: alles moet leuk zijn en afwisselend. Zonder vermaak en opwinding is je leven eigenlijk mislukt.

In een klooster laat je dat alles achter je. Wat niet betekent dat het leven dan somber wordt, integendeel. Al die dingen die jou vermaken, moeten maar al te vaak een innerlijke leegte verbergen. Dat uit zich vervolgens weer in de ontstellende hoeveelheid mensen die aan depressie lijden. Depressies zijn de achterkant van de vermaaksindustrie.

In een klooster gaat men bewust de confrontatie aan met de leegte. En dat valt niet mee. Want ons hoofd tolt van de gedachten, herinneringen, wensen en verlangens. Die komen, juist in de stilte, allemaal naar boven. De woestijnvaders zagen daarin vaak 'demonen' – gedachten en gevoelens die ons in bezit hebben, in plaats van dat wij er de baas over zijn.

Maar als we de saaiheid en eentonigheid uithouden, dan kunnen we innerlijke vrede en rust gaan ervaren. Kloosterlingen stralen dat vaak uit, in hun gezicht, hun houding, hun manier van praten. Je krijgt het gevoel: ze weten waar het om gaat!

Iets van dat kloosterleven zouden we allemaal in ons leven moeten inbouwen: laat niet de drukte van elke dag bepalend zijn; doe een dag in de week, een half uur per dag iets anders dan gewoon. Dat is loslaten. Loslaten is dan een uiting van vertrouwen hebben, vertrouwen dat het wezenlijke van ons bestaan niet ligt in de drukte van alledag, niet in onze eigen belangrijkheid, maar in de gerichtheid op God, bij wie wij vandaan komen, en naar wie wij toeleven.