Franciscus van Assisi

Onder de bezielende leiding van Ds. Harmen Jansen heeft een groep van ongeveer tien personen zich drie avonden met enthousiasme over Franciscus van Assisi gebogen.

Op de eerste avond werd aan de hand van teksten en beeldmateriaal het leven van Franciscus (1182-1226) geschetst. Verder bogen we ons op die avond en de volgende keren over regels die hij voor zijn volgelingen had geformuleerd, om te kijken of wij er in onze tijd ook nog iets mee zouden kunnen. Tijdens de laatste avond kwamen de relatie van Franciscus met de islam aan bod, de macht en het geweld van IS en onze huidige paus, die zijn naam draagt.

FranciscusFranciscus was de zoon van een welgestelde lakenkoopman uit Assisi. Zijn vader was op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk. Van zijn moeder kreeg hij de naam Giovanni (Johannes), maar bij thuiskomst
maakte zijn vader daar Francesco,’Fransman’, van. Toen Franciscus er de leeftijd voor had, werd hij meer dan eens door zijn vader naar Frankrijk gestuurd om handel te drijven. Maar dit ‘lege’ leven stond Franciscus op den duur tegen. Toen hij na een lange en ernstige ziekte weer aan de beterende hand was, ontmoette hij op een keer melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten. Hij trok zich hun leed aan, zag in deze ontmoeting de hand van God en bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen. Op de leeftijd van 23 jaar kreeg Franciscus een visioen in het kerkje van San Damiano. De daar afgebeelde gekruisigde sprak hem aan en zei: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Toen trok hij zich terug als kluizenaar in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'. De vader van Franciscus, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek was vervallen, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op een plein in aanwezigheid van de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader, die ze immers had betaald en wijdde zich aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Franciscus 2Toen zich in 1208 twee mannen bij Franciscus wilden aansluiten, ontdekten zij drie teksten in het Nieuwe Testament die de leidraad voor hun leven werd: ·

"Als je volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop al je eigendom en geef het aan de armen 
 en je zult een schat in de hemelen hebben. Kom dan hierheen en volg mij." (Mt. 19,21)

"Hij zegt tot hen: neemt niets mee voor onderweg, geen staf, geen reiszak, geen   
 brood en geen geld, en ook moet u geen twee hemden hebben." (Luc. 9,3)

"Als iemand achter mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis 
 dragen, en zó mij volgen!" (Mt.16,24)

Dat is wat deze mannen vervolgens naar vermogen deden. Daarmee werd de Franciscaanse beweging geboren.


In de tijd van Franciscus was paus Innocentius III een machtig man. Op basis van zijn theologische visie dat ‘Christus Koning der Koningen is, Jeruzalem Zijn stad en het Heilig Land Zijn erfdeel’, riep hij op tot kruistochten om gebieden op moslims te heroveren. Franciscus was het fundamenteel oneens met de paus. Hij koos ‘voor God’ door in nederige dienstbaarheid onder moslims te verblijven en in een geest van vrede en geweldloosheid onder hen te leven. Een belangrijke regel van Franciscus in de omgang met andersdenkenden en andersgelovigen was de afwijzing van woordenstrijd. Armoede, dienstbaarheid, geweldloosheid zonder wapenen, zelfs zonder het wapen van het woord, gingen voor hem hand in hand.

Franciscus 3Rond 1219-1220 ontstonden er problemen in de broederschap. Franciscus, die toen nog in het Midden-Oosten verbleef, keerde daarom terug naar Italië en legde het ambt van minister-generaal van de broederschap neer. In die tijd maakte hij van ongeordende regels voor de gemeenschap een samenhangend geheel. Op 24 september 1224 ontving Franciscus stigmata of de verwondingen die, volgens de Bijbel, werden toegebracht aan het lichaam van Jezus tijdens zijn kruisiging. In de winter of lente daarna zong hij voor het eerst zijn bekende Zonnelied. Hij stierf op de avond van 3 oktober
1226. Op 4 oktober, de dag na zijn overlijden, werd het lichaam van Franciscus in een processie door de stad gevoerd naar de kerk van San Giorgio in Assisi, waar hij begraven werd. Deze dag werd later in de geschiedenis Dierendag.


Onderstaande tekst wordt toegeschreven aan Franciscus van Assisi. Hij staat in ons liedboek op pagina 1355. Het is een prachtige leidraad voor 2016 en wellicht de rest van ons leven.

Heer, maak mij een instrument van uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat is.
Laat mij vergeving brengen waar schuld is.
Laat mij eenheid brengen waar tweedracht is.
Laat mij waarheid brengen waar dwaling is.
Laat mij geloof brengen waar twijfel is.
Laat mij hoop brengen waar wanhoop is.
Laat mij licht brengen waar het duister is.
Laat mij vreugde brengen waar verdriet is.

Heer, laat mij ernaar streven
niet dat ik getroost word, maar dat ik troost,
niet dat ik begrepen word, maar dat ik begrijp,
niet dat ik geliefd word, maar dat ik liefheb,

want wie geeft, ontvangt,
wie zichzelf vergeet, vindt,
wie vergeeft, zal vergeving ontvangen,
en wie sterft zal ontwaken tot eeuwig leven.

Riet Michel